Steeds vaker komen er klachten over stramme, moeilijk lopende biggen met een afwijkende stand van de poten en verdikkingen bij de gewrichten. Wat zijn de meest voorkomende diagnoses? En kun je er als varkenshouder iets aan doen? Jack Segers, varkensdierenarts en kwaliteitsmanager VAEX, geeft meer duidelijkheid.

Wat zie je aan de big?

Vooral snel groeiende, goed bespierde varkensrassen zoals Piétrain, zijn vatbaar voor dit probleem. De aandoening wordt gekenmerkt door een typische stand van de voorpoten (overkoot en een knik ter hoogte van de knietjes). Tevens is vaak een kromme rug waar te nemen bij deze biggen. Doordat de big veel ligt ontstaan er leggers: een niet infectieuze vochtophoping net onder de huid. Dit wordt vaak gezien als een gewrichtsontsteking terwijl dit niet het geval is. Weefselonderzoek toont doorgaans aantasting van het kraakbeen aan.

Diagnoses

De voornaamste diagnose die de Gezondheidsdienst voor Dieren in Deventer bij sectie stelt is hersenvliesontsteking. Daarnaast zien we ook gewrichtsontstekingen door streptokokken. Deze kiem wordt aangetroffen in 15-20 % van alle secties. De laatste tijd wordt echter steeds vaker Osteochondrose vastgesteld.

Wat kun je doen als varkenshouder?

• Bij kreupele biggen altijd sectie laten verrichten om de oorzaak vast te stellen;
• Bij infectieuze aandoeningen weet men gelijk welke kiem het is en waarmee het behandeld moet worden;
• Bij niet infectieuze oorzaken heeft een behandeling met antibiotica geen zin;
• Gezien de rol van de erfelijkheid moet het via de fokker worden aangepakt;
• Denk aan aanpassingen van het voer;
• Bij acute problemen kan men het via pijnstillers (Bijvoorbeeld aspirine poeder, paracetamol) dit behandelen.
  
  

WAT IS OSTEOCHONDROSE?
Een gewrichtsaandoening in de vorm van een verstoorde botopbouw die tijdens de groei ontstaat als gevolg van beschadiging in groeiend kraakbeen. Dit leidt doorgaans tot kreupelheid. Uitgebreid onderzoek van de Wageningen U.R. toont aan dat erfelijkheid een rol speelt. Daarnaast kan er gezocht worden naar een oorzaak in de huisvesting en/of voersamenstelling. Afwijkingen in calcium- en fosforgehaltes en bepaalde vitamines hebben namelijk een invloed.